Vertalingen voorstellen NL>DE
I voorstellen
werkw.
Uitspraak: | ['vorstɛlə(n)] |
Verbuigingen: | stelde voor (verl.tijd ) heeft voorgesteld (volt.deelw.) |
1) een voorstel doen -
vorschlagen Ik stel voor om de beslissing tot september uit te stellen. - Ich schlage vor, den Entschluss bis September zu verschieben. |
2) zeggen hoe iemand heet, wat hij of zij doet enz. -
vorstellen Mag ik jullie voorstellen (...) - Darf ich euch vorstellen (...) je aan iemand voorstellen - dich jemandem vorstellen |
3) betekenen of bedoeld zijn als -
vorstellen , darstellen De kleuren zijn prachtig..., maar wat stelt het eigenlijk voor? - Die Farben sind prächtig ..., aber was stellt es eigentlich dar? |
Het stelt weinig voor. (=het is onbelangrijk, weinig waard, niet moeilijk enz.) - Das stellt wenig dar.
|
4) op een bepaalde manier weergeven -
darstellen iets schematisch voorstellen - etwas schematisch darstellen |
II zich voorstellen
reflexief werkw.
Uitspraak: | ['vorstɛle(n)] |
Verbuigingen: | stelde zich voor (verl.tijd ) heeft zich voorgesteld (volt.deelw.) |
bedenken hoe iets is of zal gaan enz. -
vorstellen Hoe stel je je dat eigenlijk voor? - Wie stellst du dir das eigentlich vor? Stel je voor dat je kon vliegen! - Stell dir vor, du könntest fliegen! Daar kan ik me niets bij voorstellen. - Darunter kann ich mir nichts vorstellen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
voorstellen (ww.) | anfangen (ww.) ; beginnen (ww.) ; bekannt machen (ww.) ; einführen (ww.) ; einleiten (ww.) ; einsetzen (ww.) ; introduzieren (ww.) ; vorschlagen (ww.) ; vorstellen (ww.) |
voorstellen (werkw.) | vorschlagen |
het voorstellen | die Anträge ; die Vorschläge |
voorstellen | darstellen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `voorstellen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbiedenNL: betekenenNL: doornemenNL: herhalenNL: inbeeldenNL: indienenNL: introducerenNL: kennis laten makenNL: nazeggenNL: opperenUitdrukkingen en gezegdes
NL: z.
voorstellen
DE: (z. bekend maken; z. voor de geest stellen; z. verbeelden) sich vorstellen, (van plan zijn) beabsichtigen, gedenkenNL: (iemand voor een betrekking)
voorstellen
DE: vorschlagen, vortragenNL: stel je eens voor, (dat ...)
DE: stell dir einmal vorNL: u kunt z.
voorstellen (hoe blij we waren)
DE: Sie können sich denken, sich vorstellenNL: stel je voor!
DE: (verbazing) denke dir!, (ergernis, spot) warum nicht gar!