het vermogen

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[vərˈmoxə(n)]
Verbuigingen:	vermogens (meerv.)

1) bezittingen - Vermögen (das ~)

Zijn vermogen wordt geschat op meer dan vijf miljoen euro. - Sein Vermögen wird auf mehr als fünf Millionen Euro geschätzt.

2) dat wat iemand of iets kan - Fähigkeit (die ~), Gabe (die ~), Leistung (die ~), Kraft (die ~), Macht (die ~)

doen wat in je vermogen ligt - tun, was in seiner Macht steht motorvermogen - Motorleistung

naar mijn beste vermogen (=zo goed als ik kan) - nach besten Kräften

© K Dictionaries Ltd.

vermogen (ww.)	sollen (ww.) ; mögen (ww.) ; im Stande sein (ww.) ; dürfen (ww.)
het vermogen	die Energie ; das Vermögen ; die Stärke ; der Reichtum ; die Macht ; das Leistungsvermögen ; die Leistungsfähigkeit ; die Leistung ; das können ; die Kraft ; die Kapazität ; die Fähigkeit ; die Arbeitskraft
vermogen	Aktiva ; Vermögenslage ; Vermögen ; Umfang ; Mittelausstattung ; Leistungsfähigkeit ; die Leistung ; Leistung ; Kapital ; Kapazität ; Fähigkeit ; Energie ; elektrische Kraft ; Aktivposten

Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org




NL: aanleg
NL: abiliteit
NL: bezitting
NL: capaciteit
NL: fortuin
NL: geldelijk vermogen
NL: geldmiddelen
NL: in staat zijn
NL: kracht
NL: kunnen

NL: (veel) vermogen op iemand DE: über einen vermögen
NL: boven mijn vermogen DE: über mein Vermögen, meine Kräfte
NL: zoveel in ons vermogen is DE: soviel in unserm Vermögen, in unsrer Macht liegt
NL: al wat in ons vermogen is DE: unser möglichstes
NL: naar mijn beste vermogen DE: nach bestem Vermögen, nach besten Kräften
NL: het vermogen (van een machine) DE: die Leistung, (nuttig vermogen) Leistungsfähigkeit