Vertalingen kracht NL>DE
kracht
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [krɑxt] |
Verbuigingen: | krachten (meerv.) |
1) eigenschap dat iemand fysiek of mentaal sterk is en daardoor dingen kan doen -
Kraft (die ~), Stärke (die ~), Macht (die ~) al je krachten inspannen om een zware tafel te verplaatsen - all seine Kräfte mobilisieren, um einen schweren Tisch zu versetzen op eigen kracht een probleem oplossen - aus eigener Kraft ein Problem lösen |
in de kracht van je leven (=in de beste jaren van je leven) - in der Blüte des Lebens
Hij is in de kracht van zijn leven overleden aan een hartaanval. - Er ist im besten Alter an einem Herzanfall gestorben.
|
uit je krachten gegroeid zijn (=te groot geworden zijn) - zu schnell gewachsen sein
Dat dorp is uit zijn krachten gegroeid. - Das Dorf ist zu schnell gewachsen.
|
2) effect of invloed (op iets) -
Kraft (die ~), Stärke (die ~) zwaartekracht - Schwerkraft de kracht van een aardbeving - die Stärke eines Erdbebens een maatregel met terugwerkende kracht invoeren - eine Maßnahme mit rückwirkender Kraft einführen |
van kracht zijn (=gelden) - in Kraft sein
De wet is vanaf volgend jaar van kracht. - Das Gesetz gilt vom folgenden Jahr an.
|
3) werknemer -
Kraft (die ~), Arbeitskraft (die ~) in het toeristenseizoen extra krachten inhuren - in der Touristensaison zusätzliche Kräfte einstellen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kracht (v) | die Gewalt |
de kracht | die Inbrunst ; die Hektik ; die Intensität ; die Kapazität ; die Kraft ; die Leidenschaftlichkeit ; die Leistungsfähigkeit ; das Leistungsvermögen ; die Macht ; die Schneidigkeit ; die Schnellheit ; die Schärfe ; die Seele ; die Spannkraft ; die Stachlichkeit ; die Stärke ; die Tatkraft ; die Triebkraft ; das Ungestüm ; das Vermögen ; die Heftigkeit ; die Arbeitsfähigkeit ; die Arbeitskraft ; die Arbeitslust ; die Bissigkeit ; die Brunst ; die Dynamik ; der Eifer ; die Energie ; die Feurigkeit ; die Fähigkeit ; die Geschwindigkeit ; die Grimmigkeit |
kracht | Agency ; der Wille ; Stärke ; Staerke ; mechanische Kraft ; Magnitude ; Kraft ; die Handlungsfähigkeit |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kracht`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandriftNL: arbeidskrachtNL: capaciteitNL: daadkrachtNL: drukNL: dynamiekNL: energieNL: espritNL: felheidNL: fiksheidUitdrukkingen en gezegdes
NL: een eerste
kracht
DE: (in een zaak) eine erste Kraft, eine SpitzenkraftNL: kracht van wet krijgen
DE: Gesetzeskraft erlangenNL: weer op
krachten (komen)
DE: wieder zu KräftenNL: in de
kracht van zijn leven
DE: in seinen besten JahrenNL: met bindende
kracht
DE: mit bindender WirkungNL: (de fabriek) werkt op volle
kracht
DE: arbeitet mit voller Kraft, (heeft volop werk) ist vollbeschäftigtNL: (hij is nog) op
krachten
DE: bei KräftenNL: van
kracht blijven
DE: in Kraft bleibenNL: van
kracht worden
DE: in Kraft tretenNL: onmiddellijk van
kracht worden
DE: mit sofortiger Wirkung in Kraft tretenNL: lagere prijzen zijn thans van
kracht
DE: es gelten jetzt niedrigere PreiseNL: (God geeft)
kracht naar kruis
DE: Schultern nach der Bürde