Vertalingen bezitting NL>DE
de bezitting
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [bəˈzɪtɪŋ] |
Verbuigingen: | bezittingen (meerv.) |
wat je bezit -
Besitz (der ~) met achterlating van alle persoonlijke bezittingen - unter Zurücklassung allen persönlichen Besitzes |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bezitting (v) | der Besitz ; das Besitztum ; das Eigentum |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bezitting`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezitNL: boerderijNL: goedNL: hofstedeNL: landgoedNL: spulNL: vermogen