Vertalingen vers NL>DE
I het vers
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [vɛrs] |
Verbuigingen: | verzen (meerv.) |
1) regel van een gedicht -
Vers (der ~) een gedicht in tien verzen - ein Gedicht in zehn Versen |
2) deel van een gedicht of lied -
Vers (der ~), Strophe (die ~) Dat is vers twee. (=dat is minder belangrijk en komt pas later aan de orde) - Das ist die nächste Frage.
|
3) kort gedicht -
Vers (der ~), Reim (der ~) een versje opzeggen - einen Vers aufsagen kinderversjes - Kinderreime |
4) zin in een hoofdstuk van de Bijbel -
Vers (der ~) Genesis 4, vers 1-16 - Genesis 4, Vers 1-16 |
II vers
bijv.naamw.
1) kortgeleden geschikt gemaakt om op te eten, bijvoorbeeld geplukt, geslacht of gebakken -
frisch verse broodjes - frische Brötchen verse vis - frischer Fisch |
kersvers (=heel erg vers) - ganz frisch
|
2) net gebeurd, gevormd, ontstaan -
frisch Die gebeurtenis ligt me nog vers in het geheugen. - Dieses Ereignis ist mir noch frisch in Erinnerung. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vers (znw.) | die Strophe ; die Verszeile |
het vers | frisch ; das Gedicht ; neu ; der Reim ; die Strophe ; der Vers |
vers | frisch ; frischgebacken ; neugebacken |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `vers`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: frisNL: gedichtNL: versgebakkenNL: versregNL: versregel