Vertalingen die NL>DE
die
pronoun
1) <je gebruikt dit woord als je iets aanwijst>
-
der/die/das (die/der ~) Ik vind deze hond leuker dan die hond. - Ich finde diesen Hund schöner als den Hund. |
2) <je gebruikt dit woord als je wijst naar iets dat niet dichtbij is>
-
jener/jene/jenes (die/der ~) Ik woon in die flat aan het eind van de straat. - Ich wohne in jenem Appartementhaus am Ende der Straße. |
3) <je gebruikt dit woord als je over iets praat dat al eerder gezegd is>
-
der/die/das (die/der ~) Ik wil de krant lezen. Waarom heb je die nog niet gekocht? - Ich möchte die Zeitung lesen. Warum hast du sie noch nicht gekauft? |
4) <je gebruikt dit woord als je meer wilt zeggen over iets of iemand>
-
der/die/das (die/der ~) De vrouwen die daar op het plein staan zijn mijn vriendinnen. - Die Frauen, die da auf dem Platz stehen, sind meine Freundinnen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die (znw.) | der derjenige |
die | daß ; der ; diese ; dieser ; dieses ; eine ; einer ; eines ; jene ; jener ; jenes ; die |
Bronnen: interglot; mwb
Voorbeeldzinnen met `die`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: datNL: degeneNL: dezeNL: diegeneNL: dit