Vertaal
Naar andere talen: • verknoeien > ENverknoeien > ESverknoeien > FR
Vertalingen verknoeien NL>DE

verknoeien

werkw.
Uitspraak:  [vərˈknujə(n)]
Verbuigingen:  verknoeide (verl.tijd ) heeft verknoeid (volt.deelw.)

1) zorgen dat iets minder goed of helemaal waardeloos wordt - verderben , vermasseln
de maaltijd verknoeien door er te veel zout in te doen - die Mahlzeit dadurch verderben, dass man zu viel Salz hineingetan hat

2) verdoen - vertrödeln , vertun
je kostbare tijd verknoeien met stomme klusjes - Kostbare Zeit mit dummen Arbeiten vertrödeln

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verknoeien (ww.) bummeln (ww.) ; verderben (ww.) ; vergeuden (ww.) ; vergiften (ww.) ; vergällen (ww.) ; verhunzen (ww.) ; verleiden (ww.) ; vermasseln (ww.) ; vermurksen (ww.) ; verpesten (ww.) ; verpfuschen (ww.) ; verseuchen (ww.) ; vertrödeln (ww.) ; vertun (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `verknoeien`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bederven
NL: beschadigen
NL: beunhazen
NL: havenen
NL: iets vergallen
NL: knoeien
NL: modderen
NL: schenden
NL: stukmaken
NL: toetakelen