Vertaal
Naar andere talen: • verknoeien > DEverknoeien > ENverknoeien > ES
Vertalingen verknoeien NL>FR

verknoeien

werkw.
Uitspraak:  [vərˈknujə(n)]
Verbuigingen:  verknoeide (verl.tijd ) heeft verknoeid (volt.deelw.)

1) zorgen dat iets minder goed of helemaal waardeloos wordt - gâcher , saboter
de maaltijd verknoeien door er te veel zout in te doen - gâcher le repas en mettant trop de sel

2) verdoen - gâcher , gaspiller , perdre
je kostbare tijd verknoeien met stomme klusjes - gaspiller son temps précieux à faire des petits travaux fastidieux

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verknoeien (ww.) empoisonner (ww.) ; ruiner (ww.) ; rompre (ww.) ; pervertir (ww.) ; mutiler (ww.) ; irriter (ww.) ; gâter (ww.) ; gaspiller (ww.) ; gâcher (ww.) ; exaspérer (ww.) ; entacher (ww.) ; enfieller (ww.) ; abîmer (ww.) ; empester (ww.) ; dissiper (ww.) ; détériorer (ww.) ; dépérir (ww.) ; défigurer (ww.) ; corrompre (ww.) ; casser (ww.) ; briser (ww.) ; bousiller (ww.) ; aigrir (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `verknoeien`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bederven
NL: beschadigen
NL: beunhazen
NL: havenen
NL: iets vergallen
NL: knoeien
NL: modderen
NL: schenden
NL: stukmaken
NL: toetakelen