Vertalingen vatten NL>DE
vatten
werkw.
Uitspraak: | [ˈvɑtə(n)] |
Verbuigingen: | vatte (verl.tijd ) heeft gevat (volt.deelw.) |
1) vastpakken -
fassen , packen iemand bij de schouders vatten - jemanden an den Schultern packen |
kou vatten (=verkouden worden) - sich eine Erkältung einfangen
|
2) begrijpen -
begreifen , verstehen , fassen Ik vat het nog steeds niet. - Ich fasse es noch immer nicht. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vatten (ww.) | erfassen (ww.) ; überlisten (ww.) ; verwickeln (ww.) ; verhaften (ww.) ; packen (ww.) ; kriegen (ww.) ; greifen (ww.) ; festnehmen (ww.) ; festgreifen (ww.) ; fesseln (ww.) ; fangen (ww.) ; erwischen (ww.) ; erhaschen (ww.) ; ergreifen (ww.) ; einsperren (ww.) ; einpacken (ww.) ; eingreifen (ww.) ; anpacken (ww.) ; abfangen (ww.) |
vatten (werkw.) | verstehen ; kapieren ; festnehmen ; fassen ; ergreifen ; begreifen |
het vatten | das Begreifen |
vatten | fassen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `vatten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhoudenNL: aanpakkenNL: aanvattenNL: arresterenNL: beetgrijpenNL: beetnemenNL: beetpakkenNL: begrijpenNL: besmet wordenNL: bevattenUitdrukkingen en gezegdes
NL: vat je?
DE: kapiert?, verstanden? DE: (arresteren) ergreifen, festnehmenNL: (de slaap niet) kunnen
vatten
DE: finden können