Vertalingen uitstrekken NL>DE
uitstrekken (ww.) | ausstrecken (ww.) ; dehnen (ww.) ; recken (ww.) ; verteilen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `uitstrekken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ophoudenNL: rekkenNL: strekkenNL: uitbreidenNL: uithoudenNL: uitstekenUitdrukkingen en gezegdes
NL: z. op de grond
uitstrekken
DE: sich auf den Boden hinstreckenNL: (een vlakte) strekte z. voor ons uit
DE: breitete s., dehnte sich vor uns ausNL: (de wouden) strekken z. uit (tot aan de grens)
DE: erstrecken s., dehnen sich ausNL: (deze bepaling) strekt z. niet uit tot
DE: erstreckt sich nicht auf (4)