Vertalingen uitstrekken NL>EN
| uitstrekken (ww.) | to spread ; to stretch ; to stretch out |
| uitstrekken | extend ; strech out |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `uitstrekken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ophoudenNL: rekkenNL: strekkenNL: uitbreidenNL: uithoudenNL: uitsteken