1. MWB
  2. Vertalen
  3. uithouden (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • uithouden > EN • uithouden > ES • uithouden > FR
Vertalingen uithouden NL>DE

uithouden

werkw.
Uitspraak:  [ˈœythɑudə(n)]
Verbuigingen:  hield uit (verl.tijd ) heeft uitgehouden (volt.deelw.)

tot het einde verdragen - aushalten
Ik snap niet hoe jij het met die man uithoudt. - Ich verstehe nicht, wie du es mit diesem Mann aushälst.
De warmte is niet uit te houden. - Die Wärme ist nicht auszuhalten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
uithouden (ww.) ausgestreckt halten (ww.) ; aushalten (ww.) ; ausharren (ww.) ; durchhalten (ww.) ; ertragen (ww.) ; tragen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uithouden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: doorstaan
NL: draag
NL: dragen
NL: dulden
NL: harden
NL: uitstaan
NL: uitstrekken
NL: uitzingen
NL: verdragen
NL: verduren