Vertaal
Naar andere talen: • toebijten > ENtoebijten > EStoebijten > FR
Vertalingen toebijten NL>DE
toebijten (ww.) anbeißen (ww.) ; anfahren (ww.) ; anschnauzen (ww.) ; beißen (ww.) ; zubeißen (ww.)
toebijten anblaffen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `toebijten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afbekken
NL: afblaffen
NL: afsnauwen
NL: dichtbijten
NL: happen
NL: snauwen
NL: toehappen
NL: toesnauwen