de steun

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[støn]
Verbuigingen:	steunen (meerv.)

1) voorwerp dat steun geeft - Halt (der ~), Stütze (die ~)

Houten palen dienen als steun voor het verzakte huis. - Holzpfähle dienen als Stütze für das abgesunkene Haus. boekensteunen - Buchstützen

2) hulp - Unterstützung (die ~)

iemand die problemen heeft tot steun zijn - jemandem, der Probleme hat, eine Stütze sein steun geven aan een rampgebied - ein Katastrophengebied unterstützen

3) deel van de uitdrukking: -

steun trekken (=werkloos zijn en een uitkering krijgen) - Stütze kassieren

© K Dictionaries Ltd.

de steun (m)	die Zuversicht ; die Unterstützung ; der Stützpfeiler ; die Stütze ; der Strebepfeiler ; die Sozialhilfe ; die Entlastung ; das Antreiben ; der Anhaltspunkt ; das Anfeuern
de steun	die Unterstützung ; die Stütze
steun	Unterstützung ; Widerlager ; Auflager ; Unterlage ; Unterbau, Rückhalt ; Träger ; Stützstange ; Stützfuss ; Stütze ; Stuetze ; Matrizenrahmen ; Halterung ; Gesenkeinsatzfutter ; Gabel ; Bock ; Beihilfe

Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek




NL: aanmoediging
NL: aansporen
NL: aansporing
NL: baat
NL: bijstand
NL: bolwerk
NL: houvast
NL: hulp
NL: kinder-dagverblijf
NL: leuning

NL: aan hem hebben we een steun DE: (ruggesteun) an ihm haben wir einen Rückhalt, einen Halt
NL: (iemand) steun verlenen DE: Unterstützung gewähren, (vooruithelpen, begunstigen) Vorschub leisten
NL: steun trekken DE: Arbeitslosengeld erhalten, Unterstützung empfangen