Vertalingen spel NL>DE
het spel
zelfst.naamw.
1) activiteit die je leuk vindt in je vrije tijd, ook met anderen samen en dan vaak als wedstrijd -
Spiel (das ~) Verbuigingen: | spelen (meerv.) |
Verstoppertje is een leuk spel. - Das Versteckspiel ist ein schönes Spiel. in het weekend spelletjes doen met je vrienden - am Wochenende mit den Freunden Spiele spielen |
hoog spel spelen (=iets doen dat riskant is) - ein gefährliches Spiel spielen
|
in het spel zijn (=als factor aanwezig zijn) - (mit) im Spiel sein
|
vrij spel hebben (=ongehinderd kunnen doen wat je wilt) - freie Fahrt haben
|
2) wat je nodig hebt voor een spel (1) -
Spiel (das ~) Verbuigingen: | spellen (meerv.) |
bordspel - Brettspiel computerspel - Computerspiel Op internet worden heel veel spellen aangeboden. - Im Internet werden sehr viele Spiele angeboten. |
3) deel van de uitdrukking: -
op het spel zetten (=(iets) riskeren) - aufs Spiel setzen
je relatie op het spel zetten door overspel - eine Beziehung durch einen Seitensprung aufs Spiel setzen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het spel | das Glücksspiel ; das Spiel ; das Spielchen |
spel | Spiel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `spel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: acteerprestatieNL: activiteitNL: beuzelarijNL: gespeeldNL: gezelschapsspelNL: kinderachtigheidNL: kinderspelNL: partijNL: peuleschilUitdrukkingen en gezegdes
NL: buiten
spel
DE: (voetb.) abseitsNL: buiten
spel (laten)
DE: aus dem SpielNL: op het
spel zetten
DE: aufs Spiel setzen, in die Schanze schlagen, einsetzenNL: zijn leven op het
spel zetten
DE: (ook) seine Haut zu Markte tragenNL: vrij
spel (hebben)
DE: freies Spiel, freie Hand