Vertaal
Naar andere talen: • spullen > ENspullen > ESspullen > FR
Vertalingen spullen NL>DE

spullen

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈspʏlə(n)]

dingen - Utensilien , Zeug (das ~)
na het sporten je spullen opruimen - nach dem Sporttreiben seine Sachen aufräumen
je spullen voor een reis bij elkaar zoeken - die Klamotten für eine Reise zusammensuchen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
spullen (mv.) Sachen (mv.)
het spullendas Zeugs
de spullendie Dinge ; die Dinger ; das Inventar
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `spullen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bedoening
NL: boel
NL: bundel
NL: dingen
NL: goedje
NL: kleding
NL: waar
NL: zaakjes
NL: zaken