Vertalingen spullen NL>DE
spullen
zelfst.naamw.
dingen -
Utensilien , Zeug (das ~) na het sporten je spullen opruimen - nach dem Sporttreiben seine Sachen aufräumen je spullen voor een reis bij elkaar zoeken - die Klamotten für eine Reise zusammensuchen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
spullen (mv.) | Sachen (mv.) |
het spullen | das Zeugs |
de spullen | die Dinge ; die Dinger ; das Inventar |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `spullen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedoeningNL: boelNL: bundelNL: dingenNL: goedjeNL: kledingNL: waarNL: zaakjesNL: zaken