Vertaal
Naar andere talen: • smakken > ENsmakken > ESsmakken > FR
Vertalingen smakken NL>DE

smakken

werkw.
Uitspraak:  [ˈsmɑkə(n)]
Verbuigingen:  smakte (verl.tijd ) heeft gesmakt (volt.deelw.)

1) met veel geluid eten - schmatzen
Zit niet zo te smakken. - Schmatz nicht so.

2) hard vallen of hard gooien - knallen , schmeißen
Hij smakte met zijn fiets tegen de grond. - Er knallte mit seinem Faharrad auf den Boden.
je schoenen in de hoek smakken - die Schuhe in die Ecke schmeißen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
smakken (ww.) hinschmeißen (ww.) ; schmatzen (ww.) ; schmatzen beim Essen (ww.) ; schmeißen (ww.)
het smakkendie Fraß ; das Knallen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `smakken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: gooien
NL: klappen
NL: kletteren
NL: knallen
NL: kwakken
NL: neerkwakken
NL: opschrokken
NL: slingeren
NL: slobberen
NL: smakkend eten