Vertalingen roepen NL>DE
roepen
werkw.
Uitspraak: | [ˈrupə(n)] |
Verbuigingen: | riep (verl.tijd ) heeft geroepen (volt.deelw.) |
1) heel luid zeggen -
rufen Er werd 'brand' geroepen, maar er bleek niets aan de hand. - Es wurde 'Feuer' gerufen, aber es erwies sich als Fehlalarm. om hulp roepen - um Hilfe rufen |
2) (iemand) vragen te komen -
rufen iemand roepen om te komen helpen - jemanden zu Hilfe rufen |
Je komt als geroepen. (=je komt op het moment dat je heel welkom bent) - Du kommst wie gerufen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
roepen (ww.) | kreischen (ww.) ; lautauf schreien (ww.) ; rufen (ww.) ; schreien (ww.) |
roepen (werkw.) | herbeizitieren ; rufen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `roepen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanmanenNL: blaffenNL: brullenNL: gillenNL: halenNL: kretenNL: schreeuwenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (het kind) roept om zijn moeder
DE: ruft nach der MutterNL: om wraak
roepen
DE: nach Rache schreienNL: ze
roepen er allemaal over
DE: alle rühmen, loben esNL: z. (tot iets) ge
roepen voelen
DE: sich (zu etwas) berufen fühlenNL: ge
roepen zijn
DE: berufen seinNL: een
roepende in de woestijn
DE: ein Prediger in der Wüste