Vertalingen roepen NL>FR
roepen
werkw.
Uitspraak: | [ˈrupə(n)] |
Verbuigingen: | riep (verl.tijd ) heeft geroepen (volt.deelw.) |
1) heel luid zeggen -
crier Er werd 'brand' geroepen, maar er bleek niets aan de hand. - On a crié au feu, mais aucun problème n'a été constaté. om hulp roepen - appeler au secours / à l'aide |
2) (iemand) vragen te komen -
aller chercher iemand roepen om te komen helpen - aller chercher quelqu'un pour venir aider |
Je komt als geroepen. (=je komt op het moment dat je heel welkom bent) - Tu viens à point nommé.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
roepen (ww.) | appeler (ww.) ; crier (ww.) |
het roepen | cris (m) ; hurlements (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `roepen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanmanenNL: blaffenNL: brullenNL: gillenNL: halenNL: kretenNL: schreeuwenUitdrukkingen en gezegdes
NL: tot God
roepen
FR: invoquer DieuNL: bij zijn naam
roepen
FR: appeler par son nomNL: komen of men ge
roepen was
FR: arriver à propos