het peil

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[pɛil]

niveau of hoogte - Niveau (das ~), Pegelstand (der ~)

het (water)peil in de rivieren - der Pegelstand der Flüsse

beneden alle peil (=heel slecht of gemeen) - unter allem Niveau

Er is geen peil op te trekken. (=je weet niet wat je kunt verwachten) - Darauf ist kein Verlass.

© K Dictionaries Ltd.

het peil	das Projekt ; der Vorsatz ; das Vorhaben ; die Stufe ; das Stockwerk ; der Stock ; die Stellung ; der Stand ; die Skala ; der Rang ; der Pegel ; das Niveau ; das Kriterium ; der Grad ; die Etage ; die Ebene
peil	Meeresspiegel ; Pegel ; Nullage

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen




NL: graad
NL: hoogte
NL: hoogtemerk
NL: laag
NL: maat
NL: niveau
NL: plan
NL: staat
NL: stand

NL: boven Amsterdam peil DE: über Amsterdamer Pegel
NL: het hoogste peil (bereikt hebben) DE: (ook figuurlijk) den höchsten Stand
NL: beneden peil zijn DE: unter dem Niveau stehen
NL: (dat is) beneden alle peil DE: (spreektaal) unter aller Kanone
NL: op peil houden DE: auf dem Niveau erhalten
NL: op een hoog peil (staan) DE: auf hohem Niveau
NL: op lager peil DE: (trap, plan) auf niedriger Stufe
NL: daar kun je geen peil op trekken DE: das entzieht sich aller Berechnung
NL: op iemand geen peil kunnen trekken DE: sich auf einen nicht verlassen können