Vertalingen opeten NL>DE
opeten
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔpetə(n)] |
Verbuigingen: | at op (verl.tijd ) heeft opgegeten (volt.deelw.) |
(iets) als voedsel tot je nemen -
aufessen een appel helemaal, met klokhuis en al, opeten - einen Apfel ganz, mit Kerngehäuse und allem, aufessen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opeten (ww.) | aufbrauchen (ww.) ; aufessen (ww.) ; auffressen (ww.) ; aufknabbern (ww.) ; essen (ww.) ; hineinstopfen (ww.) ; speisen (ww.) ; stopfen (ww.) ; verwerten (ww.) ; verzehren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opeten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bikkenNL: bunkerenNL: consumerenNL: etenNL: gebruikenNL: leegetenNL: naar binnen werkenNL: nuttigenNL: opmakenNL: oppeuzelenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (hij zal je niet)
opeten
DE: fressen