Vertaal
Naar andere talen: • omhullen > ENomhullen > ESomhullen > FR
Vertalingen omhullen NL>DE
omhullen (ww.) einhüllen (ww.) ; einpacken (ww.) ; eintüten (ww.) ; hüllen (ww.) ; kamouflieren (ww.) ; packen (ww.) ; umhüllen (ww.) ; verhüllen (ww.) ; verpacken (ww.) ; verschleiern (ww.)
omhullen (werkw.) umhüllen
omhullen Umhuellung
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `omhullen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bedekken
NL: bemantelen
NL: hullen
NL: inhullen
NL: inkapselen
NL: maskeren
NL: verhullen
NL: versluieren