Vertaal
Naar andere talen: • omhullen > DEomhullen > ENomhullen > ES
Vertalingen omhullen NL>FR
omhullen (ww.) cacher (ww.) ; camoufler (ww.) ; changer d'habits (ww.) ; couvrir (ww.) ; couvrir de (ww.) ; déguiser (ww.) ; dissimuler (ww.) ; emballer (ww.) ; envelopper (ww.) ; envelopper de (ww.) ; masquer (ww.) ; se draper dans (ww.) ; se revêtir de (ww.) ; voiler (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `omhullen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bedekken
NL: bemantelen
NL: hullen
NL: inhullen
NL: inkapselen
NL: maskeren
NL: verhullen
NL: versluieren