Vertaal
Naar andere talen: • uitspoken > ENuitspoken > ESuitspoken > FR
Vertalingen uitspoken NL>DE
uitspoken (ww.) ausfädeln (ww.) ; aushecken (ww.) ; treiben (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitspoken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: uitbroeden
NL: uithalen