Vertaal
Naar andere talen: • bedekken > ENbedekken > ESbedekken > FR
Vertalingen bedekken NL>DE

bedekken

werkw.
Uitspraak:  [bəˈdɛkə(n)]
Verbuigingen:  bedekte (verl.tijd ) heeft bedekt (volt.deelw.)

iets ergens overheen leggen of doen zodat je het niet meer ziet - bedecken
bedekt met een dikke laag stof - mit einer dicken Staubschicht bedeckt

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bedekken (ww.) beziehen (ww.) ; versehen (ww.) ; verschleiern (ww.) ; verkleiden (ww.) ; verhüllen (ww.) ; verdecken (ww.) ; kamouflieren (ww.) ; hüllen (ww.) ; einhüllen (ww.) ; bekleiden (ww.) ; bedecken (ww.)
bedekken (werkw.) bedecken
het bedekkendie Zudeckung
bedekken decken ; Verstechen der Draengraeben ; Tenting-Technik ; Einstechen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bedekken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afdekken
NL: afkondigen
NL: behangen
NL: bekleden
NL: beleggen
NL: bemantelen
NL: beschikken
NL: beslaan
NL: bestrooien
NL: bezaaien