I het midden

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['mɪdə(n)]
Verbuigingen:	middens (meerv.)

1) plaats die het verst van de buitenkant, van de randen is - Mitte (die ~)

In het midden van het dorp staat de kerk. - In der Mitte des Dorfes steht die Kirche.

2) deel van de uitdrukking: -

te midden van (=tussen, omringd door) - inmitten von

II midden

bijwoord

Uitspraak:

['mɪdə(n)]

bij of in het midden - mitten

midden op de dag - mitten am Tag

© K Dictionaries Ltd.

midden (voorzetsel)	Mitte
het midden	die Essenz ; das Innere ; der Kern ; die Mitte ; der Mittelpunkt ; das Wesen ; das Zentrum
midden	Elektrodendelta ; Gimpenfaden ; Herzstück ; median

Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: centrum
NL: essentie
NL: half
NL: kern
NL: medio
NL: middelpunt
NL: middenin
NL: onder
NL: tussen

NL: in het midden (v.d. maand) DE: in der Mitte
NL: in het midden van mei DE: Mitte Mai
NL: (iets) in het midden brengen DE: vorbringen, (ter sprake) aufs Tapet bringen, (tegen iets in) einwenden
NL: (iets) in het midden laten DE: dahingestellt sein lassen
NL: op het midden van de dag DE: mitten am Tage
NL: te midden der gevaren DE: inmitten der Gefahren
NL: (iemand) uit hun midden DE: aus ihrer Mitte
NL: midden in de nacht DE: mitten in der Nacht
NL: (hij is) midden in de veertig DE: Mitte Vierzig, der Vierziger
NL: hij ging midden op straat staan DE: er stellte sich mitten auf die Straße