lanceren

Vertalingen lanceren NL>DE

werkw.

Uitspraak:	[lɑnˈser ə(n)]
Verbuigingen:	lanceerde (verl.tijd ) heeft gelanceerd (volt.deelw.)

1) (een raket) de lucht in schieten - abschießen , lancieren

Het ruimteveer wordt om 10.00 uur plaatselijke tijd gelanceerd.

2) (iets nieuws) aan het publiek bekendmaken - einführen , lancieren

een klimaatplan lanceren - einen Klimaplan einführen

Overige bronnen

lanceren (ww.)	abschießen (ww.) ; beim publikum einführen (ww.) ; lancieren (ww.)
het lanceren	der Abschuß ; der Start

Bronnen: Wikipedia; interglot

Voorbeeldzinnen met `lanceren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: aankondigen
NL: afschieten
NL: lancering
NL: op de markt brengen
NL: opperen
NL: starten
NL: uitgeven

Uitdrukkingen en gezegdes

NL: (een bericht) in de krant lanceren DE: in die Zeitung lancieren
NL: (een nieuwe film) lanceren DE: starten

Zojuist vertaald