1. MWB
  2. Vertalen
  3. informeren (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • informeren > EN • informeren > ES • informeren > FR
Vertalingen informeren NL>DE

informeren

werkw.
Uitspraak:  [ɪnfɔrˈmerə(n)]
Verbuigingen:  informeerde (verl.tijd ) heeft geïnformeerd (volt.deelw.)

1) informatie geven - informieren
Hij informeerde ons over de nadelen van het product. - Er informierte uns über die Nachteile des Produkts.

2) zorgen dat je informatie krijgt - informieren
Wij informeerden naar de toestand van de patiënt. - Wir informierten uns über den Zustand des Patienten.
Wij informeerden of we nog toegangskaarten konden krijgen. - Wir informierten uns, ob wir noch Eintrittskarten bekommen konnten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
informeren (ww.) fragen (ww.) ; wiedergeben (ww.) ; warnen (ww.) ; von etwas in Kenntnis setzen (ww.) ; verkünden (ww.) ; sich nach erkundigen (ww.) ; sich informieren (ww.) ; sich erkundigen (ww.) ; sagen (ww.) ; nachfragen (ww.) ; mitteilen (ww.) ; meldungmachen (ww.) ; melden (ww.) ; informieren (ww.) ; hinweisen (ww.) ; erläutern (ww.) ; deklamieren (ww.) ; berichten (ww.) ; benachrichtigen (ww.) ; aufmerksam machen (ww.) ; aufklären (ww.)
informeren (werkw.) informieren
het informerendas Anfragen ; die Information ; die Beratung ; die Benachrichtigung ; die Auskunft ; das Ansagen ; das Ankündigen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `informeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aankondigen
NL: aanzeggen
NL: berichten
NL: inlichten
NL: kennisgeven
NL: kennisgeven van
NL: kennisgeving
NL: kond doen
NL: konde doen
NL: meedelen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: informeren naar DE: sich erkundigen nach
NL: Iemand omtrent iets informeren DE: einen über etwas unterrichten, informieren