Vertalingen beluisteren NL>DE
beluisteren
werkw.
| Uitspraak: | [bəˈlœystərə(n)] |
| Verbuigingen: | beluisterde (verl.tijd ) heeft beluisterd (volt.deelw.) |
met je oren waarnemen -
anhören | Het hele optreden kunt u op de radio beluisteren. - Den vollständigen Auftritt können Sie im Radio anhören. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| beluisteren (ww.) | hinhören (ww.) ; horchen (ww.) ; hören (ww.) ; zuhören (ww.) |
| beluisteren (werkw.) | anhören |
| beluisteren | abhören ; belauschen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `beluisteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhorenNL: horenNL: luisterenNL: luisteren naarNL: toehorenNL: toeluisteren