Vertalingen GOD NL>DE
de god
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [xɔt] |
Verbuigingen: | goden (meerv.) |
de godin
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [xoˈdɪn] |
Verbuigingen: | godnen (meerv.) |
machtig wezen, in godsdiensten met meer dan één god -
Gott (der ~), Göttin (die ~) Grote goden! (=<uitroep als je schrikt>) - Großer Gott!
|
Dat is de goden verzoeken! (=<bij een gevaarlijke handeling> daarmee neem je wel een groot risico) - Damit forderst du das Glück heraus.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de God (m) | der Allmächtiger ; der Gott ; die Gottheit ; Götter (p) ; die Göttin ; die Göttlichkeit ; das Götzenbild ; der Heiliger Vater ; der Herr ; der Herrgott ; der Jahve ; der Jehova ; der Schöpfer |
GOD (Afkorting) | E 1102 ; Glucoseoxidase |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `GOD`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgodsbeeldNL: AllahNL: AlmachtigeNL: goddelijkheidNL: godheidNL: heerNL: hemelse VaderNL: HereNL: JahwehNL: opperwezenUitdrukkingen en gezegdes
NL: God zij met ons!
DE: Gott mit uns!NL: God noch gebod vrezen
DE: sich weder vor Gott noch dem Teufel fürchtenNL: van
God noch gebod weten
DE: weder Gott noch seine Gebote kennenNL: (leven) als
God (in Frankrijk)
DE: wie ein GottNL: Gods water over
Gods akker laten lopen
DE: den lieben Gott einen guten Mann sein lassen