Vertalingen godheid NL>DE
de godheid (v) | der Allmächtiger ; der Gott ; die Gottheit ; Götter (p) ; die Göttin ; die Göttlichkeit ; der Herr |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `godheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgodNL: godNL: goddelijkheid