Vertaal
Naar andere talen: • heer > ENheer > ESheer > FR
Vertalingen heer NL>DE

de Heer

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [her]

<aanspreekvorm voor God of Jezus>
- Herr (Gott) (der ~)
Heer vergeef ons onze zonden. - Herr, vergib uns unsere Sünden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het heer Streitkräfte (p)
de heer (m) der Allmächtiger ; der Fürst ; der Gott ; der Heiliger Vater ; der Herr ; der Herrgott ; der Herrscher ; der König
heer Herr
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `heer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: Almachtige
NL: bezitter
NL: gebieder
NL: gentleman
NL: God
NL: heerser
NL: Here
NL: machthebber
NL: meneer
NL: opperwezen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Aan de Weled. Heer N DE: Herrn N
NL: zijn eigen heer en meester (zijn) DE: sein eigner Herr
NL: heer op kamers DE: Zimmerherr (der)
NL: de (mijn) oude heer DE: mein Alter
NL: zo heer, zo knecht DE: wie der Herr, so der Knecht