gemengd

bijv.naamw.

Uitspraak:

[xəˈmɛŋt]

1) samengesteld uit onderling verschillende onderdelen - gemischt , vermischt

een gemengd publiek - ein gemischtes Publikum

gemengde gevoelens hebben (over iets) (=tegenstrijdige gevoelens hebben) - gemischte Gefühle (bezüglich etwas) haben met gemengde gevoelens terugdenken aan de vakantie waarin je verliefd werd op een ander - mit gemischten Gefühlen an den Urlaub zurückdenken, in dem man sich in jemand anderen verliebte

2) met mannen en vrouwen samen - gemischt , gemeinsam

Gemengd zwemmen is voor sommige groepen vrouwen niet acceptabel. - Gemischtes Schwimmen ist für einige Frauengruppen inakzeptabel.

© K Dictionaries Ltd.

gemengd

gemischt ; männlich und weiblich ; ausgewogen ; gemischt ; gemischte Materialien

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: bont
NL: door elkaar geroerd
NL: gemêleerd
NL: gemixed
NL: heterogeen
NL: man en vrouw samen

NL: gemischt: gemengd bedrijf DE: Mischwirtschaft (die)
NL: van gemengd bloed DE: mischblütig
NL: gemengd gezelschap DE: gemischte Gesellschaft
NL: gemengd huwelijk DE: Mischehe (die)
NL: gemengd nieuws DE: vermischte Nachrichten
NL: gemengde school DE: gemischte Schule, (gemengd-confessioneel) Simultanschule (die)