Vertaal
Naar andere talen: • kruipen > ENkruipen > ESkruipen > FR
Vertalingen kruipen NL>DE

kruipen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkrœypə(n)]
Verbuigingen:  kroop (verl.tijd ) heeft, is gekropen (volt.deelw.)

1) (van mensen) je op je handen en knieën voortbewegen - krabbeln , kriechen
in bed kruipen - ins Bett kriechen
door een gat kruipen - durch ein Loch kriechen

2) (van planten en dieren) over de grond lopen of groeien - kriechen
het kruipend gedierte

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kruipen (ww.) quirlen (ww.) ; wimmeln (ww.) ; unterwürfig sein (ww.) ; untertänig sein (ww.) ; sich anschleichen (ww.) ; schwänzeln (ww.) ; schmeicheln (ww.) ; schlüpfen (ww.) ; schlummern (ww.) ; schleichen (ww.) ; kriechen (ww.) ; kribbeln (ww.) ; krabbeln (ww.) ; Honig um den Bart schmieren (ww.) ; flattieren (ww.) ; ergeben sein (ww.)
kruipen (werkw.) kriechen
kruipen Kriechen ; Schleichen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `kruipen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: flatteren
NL: flikflooien
NL: klauteren
NL: krioelen
NL: onderdanig zijn
NL: sluipen
NL: stroop om de mond smeren
NL: vleien
NL: vlemen
NL: wemelen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: kruipende dieren DE: Kriechtiere