Vertaal
Naar andere talen: • gemeen > ENgemeen > ESgemeen > FR
Vertalingen gemeen NL>DE

gemeen

bijv.naamw.
Uitspraak:  [xəˈmen]

1) met de bedoeling iemand te benadelen - gemein , schäbig , bösartig
iemand een gemene streek leveren - jemandem einen gemeinen Streich spielen

2) hevig - gemein
gemeen pijn doen - gemein weh tun
gemeen koud zijn - gemein kalt sein

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking (iets met iemand) gemeen hebben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gemeen schlimm ; hinterlistig ; kleinlich ; mies ; niederträchtig ; raffiniert ; schamlos ; scheußlich ; schlecht ; grausam ; schuftig ; schurkisch ; teuflisch ; verrucht ; verschlagen ; verstohlen ; winzig ; zornig ; Gemein- ; arg ; banal ; bissig ; boshaft ; einfach ; erbittert ; falsch ; gemein ; abgefeimt ; gemeinsam ; gemeinschaftlich ; gerieben ; gering ; gerissen ; geschliffen ; gewandt ; glatt
Bronnen: mwb; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `gemeen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: achterbaks
NL: akelig
NL: algemeen
NL: bijtend
NL: boefachtig
NL: boosaardig
NL: doordringend
NL: doortrapt
NL: eenvoudig
NL: fel

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: gemene deler DE: gemeinschaftlicher Teiler, Generalteiler, Generaldivisor (der)
NL: (Broeders) van het Gemene leven DE: des gemeinsamen Lebens
NL: voor de gemene zaak DE: für das Gemeinwohl
NL: gemene zaak (met iemand maken) DE: gemeinsame Sache
NL: (iets) met iemand gemeen(hebben) DE: mit einem gemein
NL: (het is) gemeen (koud) DE: höllisch