Vertalingen dagelijks NL>DE
dagelijks
bijv.naamw.
die of dat iedere dag weer gebeurt -
täglich De krant lezen behoort tot mijn dagelijkse bezigheden. - Das Lesen der Zeitung gehört zu meinen täglichen Aktivitäten. dagelijks gaan sporten - täglich Sport treiben |
het dagelijks bestuur (=de leden van het bestuur met de algemene leiding) - Geschäftsführung
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dagelijks`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: alledaagsNL: daagsNL: gebruikelijkNL: geregeldNL: gewoonUitdrukkingen en gezegdes
NL: dagelijkse behoefte
DE: Tagesbedarf (der)NL: dagelijkse leven
DE: Alltagsleben (das)NL: dagelijkse leiding
DE: ständige Leitung