Vertaal
Naar andere talen: • dagelijks > ENdagelijks > ESdagelijks > FR
Vertalingen dagelijks NL>DE

dagelijks

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈdaxələks]

die of dat iedere dag weer gebeurt - täglich
De krant lezen behoort tot mijn dagelijkse bezigheden. - Das Lesen der Zeitung gehört zu meinen täglichen Aktivitäten.
dagelijks gaan sporten - täglich Sport treiben
uitdrukking het dagelijks bestuur

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dagelijks täglich
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `dagelijks`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: alledaags
NL: daags
NL: gebruikelijk
NL: geregeld
NL: gewoon

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: dagelijkse behoefte DE: Tagesbedarf (der)
NL: dagelijkse leven DE: Alltagsleben (das)
NL: dagelijkse leiding DE: ständige Leitung