Vertaal
Naar andere talen: • dagelijks > DEdagelijks > ENdagelijks > FR
Vertalingen dagelijks NL>ES

dagelijks

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈdaxələks]

die of dat iedere dag weer gebeurt - diario/-ria
De krant lezen behoort tot mijn dagelijkse bezigheden. - Leer el diario forma parte de mis tareas cotidianas.
dagelijks gaan sporten - todos los días practicar deportes
uitdrukking het dagelijks bestuur

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dagelijks diario ; cotidiano
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `dagelijks`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: alledaags
NL: daags
NL: gebruikelijk
NL: geregeld
NL: gewoon