Vertalingen beteugelen NL>DE
| beteugelen (ww.) | beherrschen (ww.) ; bezwingen (ww.) ; bezähmen (ww.) ; bändigen (ww.) ; dämpfen (ww.) ; in Zucht halten (ww.) ; unterdrücken (ww.) ; zurückhalten (ww.) ; zurücknehmen (ww.) ; zügeln (ww.) |
| beteugelen (werkw.) | im Zaum halten ; zügeln |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `beteugelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedarenNL: bedwingenNL: beheersenNL: breidelenNL: in bedwang houdenNL: intomenNL: matigenNL: onderdrukkenNL: overmeesterenNL: tegengaan