Vertalingen beroven NL>DE
beroven
werkw.
Uitspraak: | [bəˈrovə(n)] |
Verbuigingen: | beroofde (verl.tijd ) heeft beroofd (volt.deelw.) |
iets stelen van -
berauben , ausrauben een bank beroven - eine Bank ausrauben |
zich van het leven beroven (=zelfmoord plegen) - Selbstmord begehen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beroven (ww.) | abnehmen (ww.) ; ausnehmen (ww.) ; ausplündern (ww.) ; ausrauben (ww.) ; berauben (ww.) ; einbrechen (ww.) ; enthüllen (ww.) ; entnehmen (ww.) ; fortnehmen (ww.) ; fortschleppen (ww.) ; plündern (ww.) ; rauben (ww.) ; wegholen (ww.) ; wegnehmen (ww.) ; überfallen (ww.) |
beroven (werkw.) | berauben |
Bronnen: interglot; Trueterm; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `beroven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afnemenNL: bestelenNL: binnen brekenNL: blootleggenNL: een inbraak doenNL: inbrekenNL: onblotenNL: ontdoenNL: rovenNL: uitbuitenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand van iets
beroven
DE: einem etwas rauben, (doen verliezen) einen um etwas bringenNL: van het licht der ogen beroofd
DE: des Augenlichts beraubt