Vertaal
Naar andere talen: • inbreken > ENinbreken > ESinbreken > FR
Vertalingen inbreken NL>DE

inbreken

werkw.
Uitspraak:  ɪmbrekə(n)]
Verbuigingen:  brak in (verl.tijd ) heeft ingebroken (volt.deelw.)

ergens naar binnen gaan om te stelen - einbrechen
Ondanks de tralies is er weer ingebroken bij de juwelier. - Trotz der Gitter wurde wieder beim Juwelier eingebrochen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
inbreken (ww.) einbrechen (ww.)
inbreken (werkw.) einbrechen
inbreken einbrechen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `inbreken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beroven
NL: een kraak zetten
NL: kraken