Vertalingen benaderbaar NL>DE
benaderbaar | anprechbar ; ansprechbar ; aufgeschlossen ; frei ; offen ; zugänglich ; zugänglich ; zuvorkommend |
Bronnen: Wiktionary; interglot
Voorbeeldzinnen met `benaderbaar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanspreekbaarNL: genaakbaarNL: openNL: toegankelijkNL: toeschietelijk