Vertaal
Naar andere talen: • bekleden > ENbekleden > ESbekleden > FR
Vertalingen bekleden NL>DE

bekleden

werkw.
Uitspraak:  [bəˈkledə(n)]
Verbuigingen:  bekleedde (verl.tijd ) heeft bekleed (volt.deelw.)

1) bedekken met een stof - bekleiden
een stoel bekleden - eine Stuhl beziehen

2) een functie of een ambt hebben - bekleiden
een belangrijke bestuursfunctie bekleden - eine wichtige Funktion bekleiden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bekleden (ww.) ankleiden (ww.) ; überziehen (ww.) ; versehen (ww.) ; verkleiden (ww.) ; verdecken (ww.) ; polstern (ww.) ; drapieren (ww.) ; beziehen (ww.) ; bekleiden (ww.) ; bedecken (ww.) ; ausstatten (ww.)
bekleden (werkw.) polstern ; bekleiden
bekleden auskleiden ; Verkleidung ; ummanteln ; Umhüllen ; Umhuellen ; Einhülsen ; Einhüllen ; Bestreichen ; Außenhaut
Bronnen: interglot; mwb; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `bekleden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aantrekken
NL: bedekken
NL: beschieten
NL: bezetten
NL: overtrekken
NL: stofferen
NL: uitoefenen
NL: van bekleding voorzien

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: iemands plaats bekleden DE: jemands Stelle vertreten