Vertalingen overtrekken NL>DE
overtrekken
werkw.
| Uitspraak: | [ˈovərtrɛkə(n)] |
| Verbuigingen: | trok over (verl.tijd ) heeft overgetrokken (volt.deelw.) |
(een afbeelding) op doorschijnend papier natekenen -
durchpausen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| overtrekken (ww.) | ausstatten (ww.) ; überziehen (ww.) ; versehen (ww.) ; verkleiden (ww.) ; verdecken (ww.) ; polstern (ww.) ; durchpausen (ww.) ; beziehen (ww.) ; bekleiden (ww.) ; bedecken (ww.) ; ankleiden (ww.) |
| het overtrekken | die Überzüge ; die Bezüge |
| overtrekken | abreissen ; überziehen ; Ueberziehen ; Strömungsabriss ; Stall ; pausen ; durchpausen |
Bronnen: interglot; mwb; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `overtrekken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedekkenNL: bekledenNL: met pen overtekenenNL: opblazenNL: overgaanNL: stofferenNL: van bekleding voorzien