Vertalingen beslaan NL>DE
beslaan
werkw.
Uitspraak: | [bəˈslan] |
Verbuigingen: | besloeg (verl.tijd ) heeft beslagen (volt.deelw.) |
1) (ruimte) innemen -
in Beschlag nehmen Het oppervlak beslaat zeker twee voetbalvelden. - Die Oberfläche nimmt sicher zwei Fußballfelder in Beschlag. |
2) ijzers onder hoeven slaan -
beschlagen paarden beslaan - Pferde beschlagen |
3) vochtig worden door waterdamp (van glas of andere gladde materialen) -
beschlagen Verbuigingen: | is beslagen (volt.deelw.) |
De ruiten waren zo beslagen dat ik er niet doorheen kon kijken. - Die Fenster waren so beschlagen, dass man nicht mehr hindurch sehen konnte. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beslaan (ww.) | anlaufen (ww.) ; Platz einnehmen (ww.) ; Raum einnehmen (ww.) |
het beslaan | die Zudeckung |
beslaan | beschlagen ; Schwitzwasserbildung ; Vorbesäumung ; Vorschneiden ; Wahnkante ; Waldkante |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `beslaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanslaanNL: bedekkenNL: bestrijkenNL: ruimte innemenNL: strekkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: een beslagen tong
DE: eine belegte ZungeNL: goed beslagen ten ijs komen
DE: wohl beschlagen aufs Eis kommen