Vertalingen bezaaien NL>DE
bezaaien (ww.) | ausstreuen (ww.) ; aussäen (ww.) ; bestreuen (ww.) ; besäen (ww.) ; einsäen (ww.) ; saën (ww.) ; streuen (ww.) |
bezaaien | besäen ; säen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bezaaien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedekkenNL: bestrooienNL: inzaaienNL: zaaien