Vertalingen afdrogen NL>DE
afdrogen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑvdroxə(n)] |
Verbuigingen: | droogde af (verl.tijd ) heeft afgedroogd (volt.deelw.) |
1) (iets nats of vochtigs) droogmaken -
abtrocknen de vaat afwassen en daarna afdrogen - das Geschirr abwaschen und anschließend abtrocknen |
2) (de tegenstander) flink laten verliezen sport -
abservieren We werden thuis met 6-0 afgedroogd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afdrogen (ww.) | abtrocknen (ww.) ; trocknen (ww.) |
afdrogen | Abtrocknen ; abwischen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `afdrogen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afranselenNL: afrossenNL: aftuigenNL: afvegenNL: afwissenNL: drogenNL: droogmakenNL: vegenNL: wissen