Vertalingen wissen NL>DE
wissen
werkw.
Uitspraak: | [ˈwɪsə(n)] |
Verbuigingen: | wiste (verl.tijd ) heeft gewist (volt.deelw.) |
weghalen door te vegen -
wischen , putzen het water van de ramen wissen - das Wasser von den Fenstern wischen |
het schoolbord wissen (=het krijt van het schoolbord vegen) - die Tafel wischen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
wissen (ww.) | auslöschen (ww.) ; ausradieren (ww.) ; ausrotten (ww.) ; entvölkern (ww.) ; erledigen (ww.) ; streichen (ww.) ; vertilgen (ww.) |
wissen (werkw.) | löschen |
wissen | auf Null setzen ; Grenzwellenlänge ; Löschbefehl für Codes ; Löschen ; Löschung |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `wissen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdrogenNL: afvegenNL: afwissenNL: uitgommenNL: uitvegenNL: uitvlakkenNL: uitwissenNL: vegenNL: vlakkenNL: wegvegen