Vertalingen afranselen NL>DE
afranselen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfrɑnsələ(n)] |
Verbuigingen: | ranselde af (verl.tijd ) heeft afgeranseld (volt.deelw.) |
(iemand) hard en langdurig slaan -
verprügeln gevangenen afranselen - Gefangene verprügeln |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afranselen (ww.) | durchprügeln (ww.) ; jemandem zurichten (ww.) ; verprügeln (ww.) ; zusammenschlagen (ww.) |
afranselen (werkw.) | verhauen ; verprügeln |
het afranselen | die Geißelung |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `afranselen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdrogenNL: aframmelenNL: afranselingNL: afrossenNL: aftuigenNL: iemand toetakelenNL: in elkaar slaanNL: in elkaar timmerenNL: toetakelen