Vertalingen verwijten NL>DE
verwijten
werkw.
Uitspraak: | [vər'wɛitə(n)] |
Verbuigingen: | verweet (verl.tijd ) heeft verweten (volt.deelw.) |
(iemand) schuldig achten aan of beschuldigen van (iets) -
vorwerfen iemand iets verwijten - jemandem etwas vorwerfen Er valt hem niets te verwijten. - Es ist ihm nichts vorzuwerfen. We hoeven ons niets te verwijten. - Wir brauchen uns nichts vorzuwerfen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verwijten (ww.) | blamieren (ww.) ; entgegenhalten (ww.) ; entnehmen (ww.) ; ermahnen (ww.) ; hinhalten (ww.) ; nachtragen (ww.) ; schelten (ww.) ; tadeln (ww.) ; verketzern (ww.) ; verleumden (ww.) ; verteufeln (ww.) ; verweisen (ww.) ; vorhalten (ww.) ; vorwerfen (ww.) ; zurechtweisen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verwijten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanrekenenNL: aanwrijvenNL: beknorrenNL: berispenNL: berispingNL: beschuldigenNL: blamerenNL: gispenNL: inwrijvenNL: kwalijk nemen