Vertalingen aanwenden NL>DE
aanwenden
werkw.
Uitspraak: | [ˈanwɛndə(n)] |
Verbuigingen: | wendde aan (verl.tijd ) heeft aangewend (volt.deelw.) |
gebruiken -
anwenden alle middelen aanwenden om je doel te bereiken - alle Mittel anwenden, um ein Ziel zu erreichen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aanwenden (ww.) | benutzen (ww.) ; einsetzen (ww.) ; handhaben (ww.) ; hantieren (ww.) ; praktizieren (ww.) ; tun (ww.) ; verrichten (ww.) ; verwenden (ww.) |
het aanwenden | die Benutzung ; der Gebrauch ; die Verwendung |
aanwenden | anwenden ; gebrauchen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aanwenden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangrijpenNL: aanwendingNL: benuttenNL: bezigenNL: gebruikNL: gebruik maken vanNL: gebruikenNL: toepassenNL: toepassingNL: utiliserenUitdrukkingen en gezegdes
NL: al z'n krachten
aanwenden
DE: alle Kräfte aufbieten